As of 18 August 2010, you must register to edit pages on Rodovid (except Rodovid Engine). |
Cornelis Jansz Gomes d. 17 January 1786
From Rodovid EN
Lineage | Gomes |
Sex | Male |
Full name (at birth) | Cornelis Jansz Gomes |
Parents
♂ Jan Cornelisz Backer Alias Gomes [Bakker] ♀ Jannetje Jans Ran [Ran] d. 23 January 1760 | |
Reference numbers | GEDCOM::Gomesfam.ged::INDI @I105@::Robgomes |
Events
child birth: ♀ Jannetje Cornelis Gomes [Gomes] d. 19 December 1799
child birth: ♀ Martje Cornelis Gomes [Gomes] d. 8 November 1798
child birth: ♂ Jan Cornelisz Gomes [Gomes] d. 10 September 1783
child birth: ♂ Reijer Cornelisz Gomes [Gomes] d. 19 December 1799
child birth: ♀ Catharina Cornelis Gomes [Gomes] d. 22 January 1839
child birth: ♂ Claes Cornelisz Gomes [Gomes] d. 23 August 1847
child birth: ♀ Aafje Cornelis Gomes [Gomes]
child birth: ♂ Jan Cornelisz Gomes [Gomes]
child birth: ♀ Martje Cornelis Gomes [Gomes] d. 14 November 1809
child birth: ♂ Jacob Cornelisz Gomes [Gomes]
child birth: ♀ Trijntje Cornelis Gomes [Gomes]
child birth: ♂ Johannes Cornelis Gomes [Gomes]
occupation: loods
23 May 1717 baptism: Oudeschild
20 November 1742 marriage: de rk kerk te Oudeschild, RELIGIOUS, ♀ Martje Jacobsdr Pelser [Pelser]
16 April 1755 marriage: de rk kerk te Oudeschild, RELIGIOUS, ♀ Maartje Reijersdr Kleun [Kleun]
17 January 1786 death: Oudeschild
Notes
Oudeschild: Rooms-Katholieke dopen
Doopgetuige: Aagje Pietersdr.
Van beroep was hij loods (zie notulen van de heeren commissarissen tot pilotagie, geëxamineerde loodsen). Hij is doopgetuige van Dirkje Josephusdochter Tasset op vrijdag 22 januari 1751 te Oudeschild (NHA, Doop-, trouw- en begraafboeken Texel - Rooms Katholiek doopboek Texel (Texel 1647/1812); hij is waarschijnlijk doopgetuige van Cornelis Gomes op zaterdag 24 maart 1770 op Curacao (CBG, Doop-, trouw- en begraafboeken Curacao - Nederduits Gereformeerd doopboek Curacao).
HET GEBEURDE OP HET MARSDIEP
De zee ver-kwik-t: over de stranding van de `Schooteroog` 1770
In het notarieel archief van het Rijksarchief Haarlem bevindt zich een verklaring betreffende een schipbreuk onder Texel, opgemaakt door notaris Jan Star (prot. 4898) over de stranding van het schip `Schooteroog` op de Haaksgronden op 22 januari 1770. Over de lading van het schip, waaronder eene groote quantiteyt quiksilver is nogal het een en ander te doen geweest. Waardoor het verhaal ook uitvoerig verteld is in Nieuwe Nederlandse Jaarboeken of vervolg der Merkwaerdigste Geschiedenissen, die voorgevallen zijn in de Vereenigde Provincien, de Generaliteitslanden en de Volksplantingen van den Staat. Zesde deel 1771, Amsterdam/Leiden.
Over de stranding, waar een groot aantal Texelaars getuigen van waren, staat in het protocol van Jan Star dat Cornelis Gomes, Jan Corneliszoon Gomes, Cornelis Janszoon Troost en Reyndert Simonsz met hun loodsvaartuig kwamen bij het op de Haaks zittende schip Schooteroog (schipper Dirk Frost) en dat Frost de mannen toeriep: Mijn schip zinkt... wij moeten vlugten. Het loodsvaartuig had vervolgens de schipper, zijn bemanning en de loods opgenomen, blijvende sij egter tot aan den avond om en bij het schip zeylen, dewelke sij al meer zagen wegzinken en opzij vallen, waarna zij des avonts vandaar gezeylt en vervolgens met het selve overgenomen volk tot agter de Hors gekomen zijn. Toen ze de volgende morgen weer naar het schip gingen zagen ze dat de masten overboort vielen en het schip eyndelijk geheel verbrijseld werd.... Toen men op het laatst niets meer van het schip konde sien of ontdekken, zei schipper Frost: Laat ons nu maar na de wal gaan, so als sij ook terstont deeden en na het Oude Schilt zijn gezeylt, alwaar sij op ordre van den heer Commissaris Roosenboom al het voornoemde scheepsvolk en de Loots uit de Kaag van schipper Reijer Dan hebben overgescheept en sij vervolgens (door Roosenboom) verboden zijn om niet aan wal te komen tot nader ordre.
Mr. Frederic Roosenboom was commies ter recherche, een functionaris die de lading van schepen inspecteerde om in- en uitvoerrechten te kunnen heffen. Of hij recht had om schipper Frost en zijn bemanning op te sluiten op een kaagschip? Want, de Texelaars gingen uiteraard wel op zoek naar de lading van het gezonken schip. Zij gingen met veele schuyten dreggende en zoekende en hadden ten slotten eyndelijk het geluk met haare dreg aan een swaar touw vast te geraken... ontdekkende met hetzelve te bergen tegelijk ook een anker en dat daaromtrent nog meer goederen lagen. Na de vindplaats gemerkt te hebben gingen ze de volgende dag met vijf schuyten in compagnie verder zoeken en zagen toen kans het eerste van alle eenige vatjes quiksilver te bergen, voorts blijkt na de stranding van het schip 'Schooteroog' wijd en zijd in zee hebben vinden drijvende diverse goederen bestaande in talk, franse zeep enz. sonder dat wij iemand daarbij of omtrent gewaar wierden die zig voorgaf als schipper, stuurman of eygenaar van die drijvende goederen te zijn. Tja, denk je dan, dat gaat ook moeilijk als de weledelgestrenge heer Roosenboom de schipper en zijn bemanning opgeborgen heeft aan boord van een Texelse kaagschipper!
Tenslotte verklaarden, aldus het protocol van de Texelse notaris, alle betrokkenen als uyt eene mond dat sij tenminste negen dagen nadat het voormelde schip door desselfs equipagie verlaten en vervolgens ten eenenmale vergaan en verbrijseld was, op de Haaks voornoemt, ten diepte van tenminste twaalf voeten bij laag water, zonder dat eenig sigtbaar kenmerk van hetselve schip of wrak overgebleven was, of bij haar getuygen, is ontdekt geworden dus volkomen blind zijnde op diverse dagen met seer veel moeyten en gevaren en bekomen schade aan hunnen vaartuygen van den bodem der zee, met vissers instrumenten gezogt hebben, opgehaalt, gevist en geborgen hebben eene grote quantiteyt quiksilver en eenige andere goederen, sonder dat den voorn. Schipper of iemant van desselfs equipage, eygenaar of gevolmagtigde....
Maar zo simpel lag het niet. Uit bovengenoemde jaarboek 1771 blijkt dat de eigenaars van de goederen, kooplieden te Amsterdam, vonden dat die goederen niet thuishoorden bij de heer Binkhorst, baljuw (en opperstrandvonder) van Texel, maar bij hen, uiteraard na vergoeding van bergloon. Helaas waren de bergers, waaronder de loots-luyden Cornelis Gomes en Cornelis Blom weigerig om deselven naar herwaarts over te brengen. Binkhorst ging zelf naar Amsterdam om de zaak te bespreken, maar keert onverrichter zaken terug. Hij deelt mee dat hij de goederen niet afgeeft zonder toestemming van Gecommitteerde Raden van het Noorder Quartier. Daarover is mr. Hop, vertegenwoordiger van de eigenaren Jan Herman Martens en de Firma Clifford & Zn dermate verbolgen, dat hij zich direct wendt tot de Staten van Holland. Uit de in het jaarboek opgenomen correspondentie wordt duidelijk dat de zaak toch iets ingewikkelder lag dan in het notarisprotocol van Jan Star gesteld werd. De 'Schooteroog' zou hulp hebben gekregen van vier loodsschuiten, waarvan twee zijn beladen met koopmansgoederen en naar Amsterdam gebracht, de derde heeft het volk opgenomen, de vierde is bij het schip gebleven tot de 23e augustus 's morgens, toen de masten vielen, de zijden van het schip openbraken en de drijfbare lading met de vloed naar buiten is gedreven en de rest is gezonken. Naast bergers van Texel kwamen er vervolgens ook van andere plaatsen, tot aan Enkhuizen aan toe!
Om het allemaal nog wat ondoorzichtiger te maken legde schipper Dirk Frost tenslotte op 19 januari 1771 een nogal afwijkende verklaring af voor notaris Willem Dekker te Amsterdam. Daarin staat o.a. te lezen dat het door de Texelaars verklaarde voor het grootste gedeelte tegen de waarheid is en anders verklaard is als is voorgevallen. Hij verklaarde ook dat hij met zijn schip vastzat op de Noorder Haaks en dat er bij hem zijn gekomen de schuiten van Jan Theuniszn van der Sterre, van Simon Daalder en als laatste de schuit van Cornelis Buysekool. Dat vervolgens meerdere schuiten rond zijn schip waren gekomen o.a. de schuit van Cornelis Gomes, die hem verzocht ook aangenomen te worden, dat hij hem echter niet nodig had, maar dat als hij meer schuiten nodig had, hij de volgende zou zijn. Dat vervolgens twee schuiten met kwik aan boord zijn gezeild; de derde bleef bij het schip en had de 'Schooteroog' op sleeptouw toen het weer toenam en het water viel begon het schip geweldig te stoten en brak het touw, waarmee de schuit vastzat, aan stukken. Toen kwam het scheepsvolk in gevaar van verdrinking en werd Gomes aangeroepen on hen aan boord te nemen en zij zijn met groot levensgevaar in zijn schuit overgegaan met hunne plunje en kisten en hadden zij ook meegenomen een zakje met vierentachtig gulden aan spaargeld, de zeebrieven en Turkse pas. Hij moest met zijn bemanning in quarantaine en kon zodoende niets doen om het schip of iets van haar lading te kunnen bergen.....
Die laatste zin werpt natuurlijk een heel ander licht op de zaak. De bemanning van het schip, op weg van Fiume en Triest aan de Middellandse Zee, moet met oog op besmettingsgevaar in quarantaine, dat is letterlijk veertig dagen in afzondering blijven. Meester Roosenboom had niet alleen het recht, hij had zelfs de plicht de bemanning af te zonderen.... Maar het had de hele onver-kwik-kelijke geschiedenis er niet eenvoudiger op gemaakt... !!
J.T. Bremer J.T. BremerJ.T. BremerJ.T. Bremer Met dank aan de heer Loek Deugd van het Maritiem Documentatie Centrum Wraksys voor het verschaffen van de gegevens.
Verklaringen betr. Een schipbreuk onder Texel. Notarieel Archief R.A. Haarlem. Prot. 4898. Notaris Jan Star Texel. d.d. 15-9-1770.
Acte n. 32 B 1770
Heden den vijftienden September seventhien honderd seventig compareerden voor mij Jan Star Notaris bij den Edelen Hove van Holland geadmitteerd resideerende ter stede en Eylande Texel.... etc......
Cornelis Gomes, Jan Cornelisz Gomes, Jan Maartensz Graaff, Jacob Drost, Cornelis Jansz Troost, Reyndert Simonsz, Jan Blom, Reyer Huysmans, Joacob Will. Blom, Hendrik Ariensz Burger, Willem Kley, Jacob de Vaan, Cornelis van de Schans, Teunis Dekker, Cornelis T. Van der Sterre, Teunis Jansz van der Sterre, Jan Koendertsz, Gerrit Kolk, Willem Dalmajer, Michiel Roemyn, Jacobus Phillipijn, Hendrik van Gent, Bart Kisteman, Pieter Blank, Jacob Jansz Dalmajer, de jonge Jan Buysekool, Cornelis Snooy, Arien de Waard, Jan Jansz Namen, Hendrik Lammertsz Dito, Jan Lammertsz Dito, Klaas Buyser, Pieter Gijsz Romeyn, Hendrik Klaasz de Wit, Arien Buyskes, Cornelis Corn. Jonker, Simon de Graaff, Jan W. Zoetelief, Gijsbert Romeyn, Arien Smit, Maarten Smit, Cornelis M. Smit, Cornelis Jansz Smit, Jan Corn. Bas, Jan Dalmajer de jonge, Reijer Jansz Bas, Simon Buysekool, Cornelis Jansz Huysman, Pieter Flens, Jan P. Bommel, Cornelis Arisz Zunderdorp, Willem T. de Wijn, Lambert Duij, Lambert Blom, Gerrit Driesz van Dijk, Cornelis Willemsz van der Sterre, Pieter Dekker, allen schippers, lootslieden en zeevarende Persoonen, respectievelijk woonagtig aen het Oude Schil op desen Eylande, van competenten ouderdom om getuygenis der waarheyd te geven ...
... ten versoeke van Mr. Cornelis, Schout en Dijkgraaff & c. deses Eylands in qualiteyt als gesubstitueerde van de Heer Rentmeester Generaal van haar Ed. Groot Mog. Domeijnen in Westvriesland en het Noorder Quartier .. .
Eerst Cornelis Gomes, Jan Corn. Gomes, Cornelis Jansz Troost en Reyndert Simons, afzonderlijk dat sij getuygen op twee en twintig Augustus jongsleden met haar lootsvaartuig bij het te dier tijd op de Haaks zittende schip genaamt SCHOOTEROOG, gevoert bij Schipper Dirk Frost gekomen zijn, welk schip in veel gevaar was van aldaar te vergaan, waarom de gen. Schipper Frost aan haar getuygen toeriep om bij hem aan boord te komen, zeggende daarbij: mijn schip zinkt en dan zijn wij alle weg; dat het gevaar een weynig tijds daarna nog grooter wordende, deselve schipper weder aan haar riep, mijn schip zinkt door zijn Lading aanstonts weg, wij moeten vlugten; waarop sij getuygen zulks mede ziende terstont aan het schip zijn gekomen en voorn. Schipper met zijn geheele Equipage en de Loots in hun schip hebben overgenomen; blijvende sij egter tot aan den avond om en bij het schip zeylen, hetwelke sij getuygen al meer zagen wegzinken en opzij vallen waarna zij des avonts van daar gezeylt en vervolgens met het selve overgenomen volk tot agter de Hors gekomen zijn.
Dat zij getuygen wijders den volgenden morgen met haar schuijt ent selve volk wederom onder zeijl gegaan om na het voorn. Schip te zien, dog zagen toen de masten van het selve over boort vielen en het schip eyndelijk geheel verbrijseld werd, sodanig dat men ten laatsten niets meer daar van konde sien of ontdekken, dat daar op de gem. Schipper Frost tegen haar getuygen zeijde: laat ons nu maar na de wal gaan, so als sij getuygen ook terstont deeden en na het Oude Schil zijn gezeijlt, alwaar zij op ordre van den Heer Commissaris Roosenboom al het voorn. Scheepsvolk en de Loots in de Kaag van Schipper Reyer Dan hebben overgescheept en zij vervolgens van voorn. Commissaris verboden zijn om niet aan de wal te mogen komen tot nader ordre.
Dat zij getuygen wijders vier a vijf dagen daar na benevems nog eenige anders schuyten zijn vergaen om de Plaats daar het voorsz. Schip verongelukt was op te zoeken, of zij ook iets van het selve of de Lading souden kunnen ontdekken, dog zij konden den eersten dag daarvan niets ontwaar worden, egter den volgenden dag met vele schuyten dreggende en zoekende hadden zij getuygen eyndelijk het geluk met haare dreg aan een swaar touw vast te geraken, het geene sij vervolgens ook geborgen hebben, ontdekkende met hetselve bergen tegelijk ook een anker, en dat daaromtrent nog meer goederen lagen, waarom sij van die Plaats vaste merken aan 't Land namen om deselve bij vervolg weder te kunnen vinden, varende toen vandaar naar binnen en scheepten het voorn. Geborgen Touw in de Ligter van Schipper Jan Kok, waarna zij den daaraan volgende dag, zijnde den eerste deser maand wederom met vijf schuyten in Compagnie na de voorsz. Bij hun ontdekte Plaats zijn gevaren en te dien tijd aldaat het eerste van alle eenige vatjes quiksilver geborgen hebben.
Wijders verklaarden de voorn. Jan Willem Blom, Teunis Dekker, Gerrit Kolk, Willem Dalmajer, Michiel Romeyn, Pieter Blank, Jacob Jansz Raben, Jan Kragt, Jan Jansz Dalmajer, Jan Buysekool, Cornelis Snooy, Hendrik Klaasz de Wit, Jan Willemsz Zoetelief, Gijsbert Romeyn, Maarten Smit, Cornelis Mz Smit, Cornelis Jansz Smit, Cornelis Gomes, Jan Gomes, Cornelis Jansz Troost en Reyndert Simonsz insgelijks en afzonderlijk, dat sij getuygen korten tijd nadat het voorn. Schip op den 23e Augustus voormeld verongelukt en vergaan was, wijd en zijdin zee hebben vinden drijven diverse goederen, bestaande in Talk, Spaanse Zeep, sonder dat zij iemand daarbij of omtrent gewaar wierden die zig voorgaf als schipper, stuurman of Eygenaar van die drijvende goederen te zijn, dat sij getuygen te dier tijd en gedeeltelijk ook den volgenden dag eenige van die goederen opgevist en vervolgens alhier aan den Heer Requirant in desen hebben aangebragt.
Eyndelijk verklaarden alle de Comparanten consonnantelijk en als uyt eenen mont, dat zij getuygen ten minsten negen dagen nadat het voorgemelde schip door desselfs Equipage verlaten en vervolgens ten eenenmale vergaan en verbrijsseld was, op de Haaks voornoemt, ter diepste van ten minsten Twaalf voeten bij laag water, sonder dat eenig sigtbaar Kenmerk van hetzelve schip of wrak overgebleven was, of bij haar getuygen is ontdekt geworden en dus volkomen blind zijnde op diverse dagen met seer veel moeyten, gevaren en bekomen schade aan hunne vaartuijgen van den bodem der zee, met vissersinstrumenten gezogt hebben, opgehaelt, gevist en geborgen hebben eene groote quantiteyt quikzilver en eenige andere goederen, sonder dat den voorn. Schipper of iemant van desselfs Equipage Eijgenaar of gevolmagtigden of iemand die zig van hunnentwege voorgaf eijgendom of Directie daar van of over te hebben daarbij of omtrent geweest... en de aldus geborgen goederen... als onbeheert zijnde, aan den heer Offcicier den Heer Requirant in dezen hebben aangebragt en overgegeven...
Aldus gepasseert... ten overstaan van Cornelis Kok en Cornelis Kooyman, scheepenen deses Eylands als getuyghen...
NB: Kwik, ook kwikzilver genoemd, is een zeer zwaar zilverkleurig vloeibaar metaal. Kwikzilver is letterlijk: levendig zilver (vgl. Kwiek, en in het Engels quick), vroeger ook wel mercurius genoemd, naar de lichtvoetige Romeinse god (van de handel).
De oudste groeven in Europa zijn die van Almaden in Spanje, die reeds door de Romeinen werden ontgonnen. Pas in de 15e eeuw werd de tweede mijn in Idria (Italie) ontdekt. Buiten Europa komt het slechts voor in Mexico en de Verenigde Staten. Evenals zilver en goud is kwik chemisch gezien een edelmetaal: het roest niet. Het wordt van oudsher gebruikt in de schilderkunst en de geneeskunst, in meetinstrumenten (thermometer, barometer, later vooral in chemische/electronische industrie). Kwikverbindingen in het (oppervlakte)water zijn vanwege de giftigheid een ernstige bedreiging voor het milieu. J.T.B.
Bron: uitgave van de Historische Vereniging Texel, nummer 53, december 1999, bladzijde 4 tot en met 8.
Sources
- ↑ unknown -
From grandparents to grandchildren
baptism: 4 June 1688, de St. Johannes de Doper kerk in Den Burg
death: 1749, Texel
death: Texel, < 28 JUL 1678
baptism: 28 July 1678, de St. Johannes de Doper kerk in Den Burg
baptism: 11 December 1719, Oudeschild
death: 16 January 1800, Oudeschild
marriage: ♀ Vrouwtje Gerrits Smit
baptism: 1 March 1729, Oudeschild
death: 24 December 1800, Oudeschild
marriage: ♂ Josephus Tasset , de rk kerk te Oudeschild, RELIGIOUS
marriage: ♂ Christoffel Josephsz Stolten , de rk kerk te Oudeschild, RELIGIOUS
death: 2 May 1797, Oudeschild
marriage: ♂ Cornelis Jansz Gomes , de rk kerk te Oudeschild, RELIGIOUS
marriage: ♂ Cornelis Jansz Gomes , de rk kerk te Oudeschild, RELIGIOUS
marriage: ♀ Martje Cornelis Gomes , de rk kerk te Oudeschild, RELIGIOUS
marriage: ♂ Claes Cornelisz Gomes , Den Burg, RELIGIOUS
death: 18 June 1848, Oudeschild
burial: 21 June 1848, Oudeschild
marriage: ♂ Klaas Klaasz Gomes , Den Burg
death: 19 September 1860, Den Helder